Stephan Bouhuis - Werknemer
“Ik werk graag samen met de bewoners. Alle hulp is welkom”
Stephan Bouhuis is een kenmerkende verschijning op het landgoed en de spil in het dagelijks beheer. “Het mooiste aan dit werk vind ik de variatie”, vertelt hij in zijn ‘kantoor’ in de stallen achter Huis Singraven. “Je doet elke dag wat anders en als er wat moet gebeuren weten de mensen me te vinden. Als er bijvoorbeeld een tak over het pad gevallen is bij een van de erven, dan ben ik het aanspreekpunt. We hanteren op het landgoed drie soorten planningen, namelijk één voor de dingen die vandaag nog moeten gebeuren, één voor de dingen die belangrijk zijn maar ook binnenkort kunnen, en de rest. Zo’n tak over het pad, dat is er één van de categorie ‘die moet vandaag nog’. Maar ik moet ook wel bekennen dat er op het landgoed zoveel te doen is dat we aan de laatste categorie ‘de rest’ soms niet eens toekomen. De directe omgeving van het Huis en de paden hebben meestal de prioriteit.”
Bouhuis werd geboren in de boerderij van zijn ouders in Rossum, waar hij leerde aanpakken, en woont nog altijd in het dorp. Hij is de een van de betaalde krachten in dienst van de Stichting in het beheer van het landgoed Singraven. Ter assistentie heeft hij een aantal vrijwilligers die op vrijdag een belangrijk steentje bijdragen. “Om 8 uur ’s ochtends verdelen we de taken voor die dag en dan gaan we aan de slag”, vertelt hij. “Daarnaast is er vaak een stagiair van bijvoorbeeld een opleiding groenbeheer die meehelpt.”
Bouhuis kwam op Singraven in 1996 en vervult de functies van wat in vroegere dagen drie personen waren: de bosbaas, de bosarbeider en de jachtopzichter. “Als bosbaas voer ik, als uitvoerder onder rentmeester Kees Jan Meijer, de regie over de uitvoering van het kapbeleid en de houtproductie. Nee, ik ben niet zo’n boswachter die echt alle opstanden (aanplant per perceel) uit zijn hoofd kent, maar ik loop hier nu wel al zo lang rond dat ik een heel goed idee heb van wat er overal staat. We hebben een schema voor de jaarlijkse dunningen. Maar daar moeten we soms van afwijken, omdat er elk jaar ook nog wel wat noodkap bij komt. Net als in ieder bos hebben we wel eens stormschade, dat gaat dan voor. Het blessen - aanmerken voor kap - van bomen zou ik graag zelf doen, maar kost heel veel tijd. Dat besteden we tegenwoordig uit, maar op kapdagen ben ik er wel veel bij om die aannemer goed te begeleiden. Je kan een boom nu eenmaal niet weer overeind zetten als hij al ligt, dus blijf ik graag in de buurt.”
Bouhuis heeft ook een rol op Paaszondag, als hij Judas mee het bos in leidt voor het kiezen van de Paasstaak met achter zich een groot gevolg aan Denekampers en geïnteresseerden. “Het belangrijkste vind ik dat de mensen een beetje respect hebben voor elkaar en voor het landgoed en gelukkig is dat meestal ook zo”, vertelt Bouhuis. “We zijn hier in Twente, het gaat inderdaad over het Noaberschap. Daar moet je wel een beetje gevoel bij hebben als je op Singraven komt wonen.” Daarin werkt Bouhuis graag samen met de bewoners: “Het is een uitgestrekt gebied, dus alle hulp is welkom. Soms belt iemand om door te geven dat iemand tuinafval heeft gedumpt en dan ga ik polshoogte nemen. Vroeger was ik ook buitengewoon opsporingsambtenaar, toen kon ik eventueel ook bekeuringen uitschrijven, maar dat is nu al lang niet meer zo. Gelukkig zitten we hier in Denekamp best wel afgelegen, dus overlast is er nauwelijks. Een enkele keer zien we een illegale kampeerder bij de Dinkel. Daar gaan we dan even een praatje mee maken.”
Respect voor procedures en veiligheid zit er bij Bouhuis wel in. Als we vragen of hij even wil poseren met een kettingzaag weigert hij dat resoluut. “Ik wil niet met een kettingzaag op de foto als ik niet ook mijn zaagbroek aan en helm op heb. Het bosbeheer is niet zonder risico, daar leer je respect voor hebben. Ik heb inmiddels best wel wat ervaring, maar een ongeluk zit in een klein hoekje.”