Paasstaak slepen in Singraven
Het is 1 april, 2018, Eerste Paasdag net na de middag. Plechtig stroomt een grote groep mensen over de Molendijk het landgoed Singraven binnen. Even daardoor had deze groep zich uit twee richtingen samengevoegd bij Sint Nicolaaskerk in Denekamp waar Judas en Iskariot hen al stonden op te wachten voor hun belangrijke taak: het halen van de Paasstaak.
Al decennia gaat het zo, misschien wel al eeuwen lang. Elke eerste Paasdag trekt Judas, met zijn hulp Iskariot naar het landgoed een boom te vragen. Tussen hen in dragen zij het touw waarmee de boom gesleept zal worden. Achter hen volgt de gemeenschap van Denekamp. Voor diens overlijden in 1966 werd de staak gevraagd aan de heer van het landgoed, Mr. W.F. Laan. Tegenwoordig is het de voorzitter van de Stichting Edwina van Heek, die samen met de boswachter op het bordes van het huis staat te wachten. Als iedereen aangekomen is, zingen de mensen een lied en daarna vraagt Judas beleefd aan de beheerder of er een boom beschikbaar is. Daar is elke jaar enige ‘discussie’ over die deel is van het spel, maar de boom is nog nimmer geweigerd. De traditie zegt dat als de Denekampers éénmaal niet komen om een staak te vragen, dan hoeft de beheerder nooit meer toe te stemmen.
Samen trekken Judas, Iskariot en de boswachter nu met in hun kielzog de massa het bos in. De boswachter wijst verschillende bomen aan die in aanmerking komen. Elk detail kent zijn eigen gebruiken: het vragen en aanwijzen van de boom, de keuze van de persoon die mag kappen en zelfs het controleren van de scherpte van de bijl, alles is deel van de traditie. Een enkele keer wil een Denekamper uit ijver al beginnen te kappen aan de eerste fraaie staak die de boswachter aanwijst, maar neen,zo gaat het niet: het is de Judas die kiest! Daar gaat hij al omhoog, in de staak van zijn keuze, een touw om zijn schouder geslagen. Het touw moet hoog worden vastgemaakt, geen gemakkelijke klus die Judas dus in de weken vóór Pasen zeker een paar keer heeft geoefend.
Als het touw vast zit, begint het hakken. De spaanders vliegen in het rond en als de boom valt stijgt gejuich op. Een deel van de takken wordt verwijderd en samen slepen de Denekampers in lange kettingen hand in hand de boom terug naar het dorp voor de Paasmis en het Paasvuur op ’t Goor. De voorste slepers heten ‘de Poaskearls’ en trekken de staak zingend voort. Vroeger renden Judas en Iskariot al vooruit en zetten een borrel klaar voor de hakkers en de helpers, maar tegenwoordig lijkt het anders te gaan. Als in de kerk in Denekamp een verkorte mis wordt gehouden, gaan de meeste slepers de kroeg in om daar een borrel te drinken.
Daarna gaat het ritueel verder. Na de mis wordt de staak naar de paasweide gesleept en daar rechtop gezet met een vuurton in de top. Een grote bult paashout ligt al klaar voor die avond. De staak wordt per opbod verkocht door Judas, die plaats neemt op een ladder tegen de staak. Gewoontegetrouw vraagt het volk eerst aan Judas wie hij is: ‘Woar binnie van?’ En net als elk jaar wordt de Judas eerst een van de ladder gehoond onder geroep van “D’r of! D’r of” vóór hij er in slaagt de staak en de stalen banden van de vuurton te verkopen aan de hoogste bieder. ’s Avonds om acht uur laait het Paasvuur op als hoogtepunt van het spektakel.
De Paasgebruiken in Denekamp: hoe oud ze precies zijn is niet bekend, maar zoals Adri Saris schreef: “Als je er bij was, houd je er altijd een speciaal gevoel aan over. Je hoorde er bij, je maakte deel uit van iets dat je eigen kringetje doorbrak en je had plezier in de samenwerking.”
Foto’s:
Het vragen van de Paasstaak aan Mr. Laan in 1961 (Bron: St. Heemkunde Denekamp)
Belangrijke plaatsen voor de paasgebruiken (Bron: St. Heemkunde Denekamp)
Video: Paasstaak slepen op 1 april 2018 (Jobbe Wijnen).
Geraadpleegde bron:
St. Heemkunde Denekamp, ‘Ik bin ’n Judas van ‘n Dorp’ Judassen en Paasgebruiken in Nederland.